Subsidie voor de aanleg en onderhoud van een ecologische tuin

Aanvragen

Inhoud

De aanleg en onderhoud van ecologische tuinen wordt gesubsidieerd. Om in aanmerking te komen, zijn er minstens vijf tuinelementen aanwezig uit onderstaande lijst. Elk tuinelement heeft een overeenkomstig landschapselement, waarop de subsidies zijn gebaseerd.

TuinelementEquivalent landschapselement
Solitaire boom of bomengroepSolitaire boom of bomengroep
Solitaire struik of struikengroepSolitaire struik of struikengroep
BomenrijBomenrij
SchuilplekSchuilplek
Haag of hegHaag of heg
HoogstamfruitboomgaardHoogstamfruitboomgaard
Border of bloemperkAkkerrand
Natuurlijke gazonGrasland
Groendak/
GroenmuurGroenmuur
Groenterras of –balkon/
GrachtGracht
Plas of bovengrondse buffer- en infiltratievoorzieningPlas of bovengrondse buffer- en infiltratievoorziening
Moestuin/

Niet elk tuinelement wordt gesubsidieerd, maar telt wel mee in de berekening. Bestaande tuinelementen mogen meegeteld worden, maar worden niet gesubsidieerd. Plantenbakken of –potten worden niet erkend als tuinelement, de planten wortelen in vaste grond, met uitzondering van plantenbakken of –potten op een groenterras- of balkon, groendaken en groenmuren. 

Voorwaarden

Algemene voorwaarden

  • De tuinen zijn gelegen op het grondgebied Mortsel en grenzen aan de volgende werkingsgebieden:
    • Parkgebieden, natuurgebieden, recreatiegebieden, groengebieden, agrarische gebieden en zones voor gemeenschapsvoorzieningen of daaraan gelijkgesteld overeenkomstig de geldende ruimtelijke plannen (gewestplan, bijzonder plan van aanleg en ruimtelijk uitvoeringsplan);
    • Natuur in niet-groene bestemmingen;
    • Beschermde landschappen, monumenten, stads- en dorpsgezichten.
  • de aanleg van een ecologische tuin die voortvloeit uit een omgevingsvergunning of wordt verplicht op basis van andere wettelijke bepalingen (zoals boscompensaties), wordt uitgesloten van de subsidie. De aanvrager moet over een omgevingsvergunning- of melding beschikken indien de aanleg onder de vergunnings- of meldingsplicht valt volgens de geldende Vlaamse wetgeving of bouwcode (zoals reliëfwijziging of vellen van bomen). Ecologische tuinen mogen niet in overtreding zijn met het Veldwetboek, de Vlaamse Codex voor Ruimtelijke Ordening of andere wettelijke bepalingen;
  • eigenaren van woningen die niet conform de bouwcode zijn en/of in overtreding zijn met andere stedenbouwkundige bepalingen, worden uitgesloten van de subsidie zolang de woning niet in regel is;
  • het is verboden invasieve exoten klasse 1 aan te planten. Dit zijn alle soorten op de zwarte lijst van het Belgisch Forum voor Invasieve Soorten en/of op de EU-lijst van invasieve soorten (Annex I van de Europese verordening betreffende invasieve, uitheemse soorten van 22 oktober 2014 nr 1143/2014);
  • de houtige beplantingen (struiken, bomen en klimplanten) van de ecologische tuin wordt aangeplant op basis van de soorten vermeldt in bijlage I, annex A t.e.m. E, tenzij anders bepaald door de specifieke voorwaarden. Preferentieel worden de inheemse of inheems geachte soorten van annex A en B genomen. Uitheemse ingeburgerde soorten van annex C en D zijn acceptabel wegens ecologische en/of landschappelijke waarde. De milieudienst heeft het recht om op basis van de gewenste natuurdoelstellingen of de omgevingsfactoren soorten af te wijzen of voorwaarden op te leggen, de aanvrager wordt hiervan op de hoogte gebracht en mag een alternatief voorstellen;
  • de ecologische tuin mag aangelegd en onderhouden worden door een beheerder. Beheerders moeten over de toestemming van de eigenaar of gebruiker beschikken voor werken uitgevoerd op het perceel van de eigenaar. Beheerders mogen de subsidieaanvraag opstellen en indienen, en kunnen de subsidie rechtstreeks ontvangen;
  • er kunnen enkel subsidies worden uitbetaald aan particuliere eigenaren, particuliere gebruikers of particuliere aanvragers die in hoedanigheid van een particuliere eigenaar of gebruiker handelen (beheerders). Publieke instellingen of percelen in eigendom van publieke instellingen worden uitgesloten, met uitzondering van particuliere gebruikers van percelen in eigendom van publieke instellingen in kader van een huur- of (erf)pachtovereenkomst.
  • er mag slechts één aanvraag per jaar worden ingediend, behoudens uitzonderingen in de specifieke voorwaarden. De subsidies zijn cumuleerbaar. Aanvragers kunnen subsidieaanvragen bundelen van ecologische tuinen die over meerdere percelen verspreid zijn.

Specifieke voorwaarden

De specifieke voorwaarden van de landschapselementen zijn van toepassing, met de volgende uitzonderingen:

  • voor een bomengroep of struikengroep geldt de minimumafstandsregels niet. Enkel nieuwe bomen of struiken worden gesubsidieerd, herbeplantingen in kader van het vellen van een boom worden niet gesubsidieerd. Een struikengroep wordt uitgevoerd als een vogel- of nectarbosje;
  • een plas of bovengrondse buffer- en infiltratievoorziening moet minimaal een volume hebben van 2,5 m³ of een oppervlakte van 5 m² i.p.v. respectievelijk 5 m³ of 10 m²;
  • een bomenrij wordt gesubsidieerd vanaf 5 hoogstammige bomen;
  • hagen en heggen worden enkel gesubsidieerd bij nieuwe aanplantingen en/of als een bestaande schutting of draadafsluiting volledig wordt vervangen door een haag of heg. Minimaal 75% van de achter- en zijtuingrenslengte (excl. scheidingsmuren) dient beplant te worden;
  • er hoeft geen schriftelijke toestemming worden gevraagd voor schuilplekken gemaakt uit aardewerk, steen of andere niet-biologisch afbreekbare materialen in ecologische tuinen;
  • hoogstamboomgaarden moeten minimaal 4 hoogstammige fruitbomen (2 x 2) bevatten;
  • er hoeft geen gebruik te worden gemaakt van vaste bloemenmengsels;
  • enkel een groendak grenzend aan de achter- of zijtuin wordt erkend als tuinelement. Nieuwe vaste constructies (tuinhuis, fietsberging, garage) in de achter- of zijtuin worden aangelegd met een groendak, onafhankelijk van de oppervlakte;
  • enkel een groenmuur of -gevel grenzend aan de achter- of zijtuin wordt erkend als tuinelement. Scheidingsmuren worden verplicht uitgevoerd als groenmuur;
  • enkel een groenterras of –balkon grenzend aan de achter- of zijtuin wordt erkend als tuinelement. Een groenterras of –balkon wordt minimaal voor 25% beplant met inheemse, uitheemse ingeburgerde of uitheemse soorten met ecologische meerwaarde. De bewijslast hiervoor ligt bij de aanvrager. Bij onduidelijkheid wordt het groenterras of –balkon niet erkend als tuinelement. Een groenterras of –balkon watert gravitair af naar de tuin, een buffer- en infiltratievoorziening of is in waterdoorlatende verharding;
  • voor een natuurlijke gazon dient minimaal 50% van de gazon ingericht worden als grasland of ruigte, met een maaibeheer van respectievelijk éénmaal tot tweemaal per jaar voor grasland en om de twee tot drie jaar voor ruigte, met afvoer van maaisel. De natuurlijke gazon hoeft niet te worden ingezaaid met een zaaimengsel, maar mag spontaan ontwikkelen;
  • moestuinen hebben minimaal vijf verschillende moestuinplanten, waarvan minimaal één bijvriendelijk. Voor een lijst met bijvriendelijke moestuinplanten wordt verwezen naar de website van Week van de Bij.

Engagementsverklaring

De eigenaar van de ecologische tuin engageert zich om:

  • geen chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken, onkruidbestrijding gebeurt met natuurlijke bestrijdingsmiddelen, door mechanische bestrijding of niet;
  • geen kunstmatige meststoffen of potgrond uit veen of turf te gebruiken, enkel (eigen) compost, kokosgruis, mulch of andere ecologische alternatieven. De meeste tuinbodems zijn voedselrijk genoeg om plantengroei toe te staan zonder mest of potgrond;
  • geen ongediertebestrijding toe te passen, behalve bij gevaar voor de veiligheid of gezondheid;
  • geen kunstmatige verlichting te gebruiken in de tuin.

Procedure

De subsidie kan worden aangevraagd door het invullen van het aanvraagformulier.

Bij de aanvraag wordt de volgende documenten bijgevoegd:

  • beplantingsplan (schaal: minimaal 1/100) waarop duidelijk de tuinelementen, de plantsoorten, de maten, de plantafstanden,… worden aangegeven. Op basis van het beplantingsplan wordt de subsidie bepaald. Dit hoeft geen professioneel plan te zijn, een schets met als achtergrond een luchtfoto is voldoende;
  • omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, vegetatiewijziging of wijziging van kleine landschapselementen (indien van toepassing);
  • schriftelijke toestemming van de eigenaar van het terrein waaruit blijkt dat de beheerder de landschapselementen mag aanleggen op zijn/haar eigendom (indien van toepassing). Indien u eerder een aanvraag voor dezelfde ecologische tuin heeft ingediend en de toestemming heeft bijgevoegd, is dit optioneel;
  • facturen van de uitgevoerde werken of aankoop plantgoed;
  • motivatienota met de afwijking op de voorwaarden van het reglement (indien van toepassing). Aanvragers mogen een afwijking van de algemene of specifieke voorwaarden vragen, mits grondige motivatie. Deze afwijking is een gunst, geen recht, en wordt individueel beoordeeld.

Bedrag

De subsidie van de ecologische tuin bedraagt 50% van de oorspronkelijke waarde van het landschapselement, met uitzondering van groenmuren, de subsidie bedraagt hiervan 100%.

Een groendak, groenterras of –balkon of moestuin volgens de voorwaarden wordt erkend als tuinelement, maar wordt niet gesubsidieerd. De aanleg van een groendak heeft een aparte premie die cumuleerbaar is met de subsidie van de ecologische tuin.

De eigenaar van een ecologische tuin kan voor de aanleg en onderhoud van alle tuinelementen samen een subsidie van maximaal 100 euro per jaar ontvangen.

Meer info

Jeuken je (groene) vingers maar weet je niet hoe te beginnen? Contacteer de milieudienst telefonisch via het onthaal, of via e-mail milieu@mortsel.be, of vraag professioneel advies aan het Regionaal Landschap Rivierenland.

Downloads

  • Subsidiereglement KLE en GLE - bijlage 1 plantenlijst.pdf 339,4 Kb

Gerelateerde items